Skip to main content

Over het belang van good practice

Afgelopen week, tijdens het geven van een training Werken aan veiligheid merkte ik weer hoe belangrijk het bespreken van “good practices” is.

Ik houd me even aan de engelse term omdat ik eigenlijk geen goede nederlandse term hiervoor weet. In de meeste casusbesprekingen of team overleggen voert het praten over problemen die moeten worden opgelost nog steeds de boventoon. Natuurlijk moet daar ook over worden gesproken, zeker als het gaat over veiligheid. Toch is dat waar je van leert als werker en als team het onderzoeken van datgene wat werkt en wat goed gaat. Net zoals het maken van een veiligheidsplan alleen kan als dat plan is gebaseerd op de veiligheid die er al is en op dat wat de cliënt al kan.

Het bespreken van good practice is in vrijwel elke werksituatie nuttig. Door een werksituatie waarin iets goed ging te onderzoeken leert de inbrenger zich (meer) bewust te worden van zijn competenties en/of werkzame factoren, wat vaak leidt tot het meer en bewuster inzetten hiervan. Ook de collega’s leren door dat wat werkt te onderzoeken. Misschien kunnen zij die competenties zelf ook beter ontwikkelen of gebruiken en/of werkzame factoren beter benutten. Bovendien is het focussen op- en het onderzoeken van wat lukt en wat goed gaat bij veel mensen niet iets wat vanzelf gaat. Door dit bewust te doen en door te oefenen met het stellen van deze vragen is de kans groot dat dit doorwerkt in de wijze waarop ze vragen aan cliënten stellen.

Hoe werkt het?

Een teamlid brengt een situatie in waarin iets goed ging: Een (moment in een) gesprek of een lastige situatie met een cliënt; verwant of collega. Het teamlid vertelt hier kort over en de collega’s stellen vragen zoals: Wat heb je precies gedaan, en hoe heeft dat gewerkt? Wat heeft geholpen om dat te doen? Hoe ben je ertoe gekomen om hiervoor te kiezen? Waren er nog meer factoren die hielpen? Waar was je het meest tevreden over? Wat zou je cliënt zeggen dat er goed ging of wat er goed was aan jouw handelen?

Het is goed om na dit vragenrondje de inbrenger even te “parkeren” en over het handelen van de inbrenger met elkaar als collega’s te overleggen: Wat hebben we gehoord/gezien? (Observeren) Wat heeft er allemaal gewerkt? (Inventariseren) en: Hoe komt het dat dat werkte? (Analyseren) De inbrenger is geparkeerd maar wel aanwezig bij dit overleg. Vaak werkt het nog extra versterkend om anderen te horen overleggen over wat zij goed vonden aan jouw handelen.

Tenslotte geven de collega’s hun bevindingen terug aan de inbrenger en de inbrenger geeft aan welk effect dit overleg voor hem of haar heeft.

Kortom: Maak van het bespreken van good practice een vast agendapunt. Het is prettig om te doen; geeft een positieve energie; geeft zicht op dat wat werkt en het vergroot ieders professionaliteit.